Figuur 1: Verschil in culturele dimensies tussen Zuid-Afrika en Nederland (bron: Hofstede, 2014) |
Machtsafstand (PDI)
In figuur één is te zien dat er in Zuid-Afrika meer sprake is van machtsafstand dan in Nederland. Machtsafstand heeft betrekking op het feit dat individuen in een maatschappij ongelijk zijn. Zuid-Afrika scoort op deze dimensie 49 dit betekent dat het meerendeel van de bevolking instemt met een hiërarchische volgorde waarin voor iedereen plaats is. Hiërarchie is een organisatiestructuur waarbij mensen de baas zijn over anderen en er dus sprake is van machtsafstand (Hofstede, 2014).
Collectivisme tegenover Individualisme (IDV)
Als er gekeken word naar figuur één is er te zien dat Nederland (80) hoger scoort op het gebied van individualisme dan Zuid-Afrika (65). Bekend is dat in welvarende landen de mensen meer geneigd zijn om voor zichzelf en hun naaste familie te zorgen terwijl in arme landen meer word gedacht als een groep en er dus meer sprake is van collectivisme. Dit kan dus verklaren waarom Nederland hoger scoort op deze demensie dan Zuid-Afrika (Hofstede, 2014).
Feminiteit tegenover Masuliniteit (MAS)
Zuid-Afrika (63) scoort op het gebied van masculiniteit erg hoog. Masculiniteit houdt in dat het land ‘mannelijk’ is, in deze samenlevingen zal worden gedreven door concurrentie, prestatie en succes. Ook zijn in deze samenlevingen mannen belangrijker en is er een duidelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Mannen moeten assertief en competitief zijn terwijl vrouwen bescheiden en zorgzaam moeten zijn. In tegenstelling tot Zuid-Afrika scoort Nederland erg laag op deze dimensie. Nederland word dus gezien als een feministisch land, dit houdt in dat er geen duidelijke rolverdeling is tussen man en vrouw en dat het succes word gekenmerkt aan de kwaliteit van leven (Hofstede, 2014).
Onzekerheidsvermijding (UAI)
Als het gaat over onzekerheidsvermijding scoren Nederland en Zuid-Afrika
bijna hetzelfde en liggen bij deze dimensie dus dicht bij elkaar. Beide landen
hebben dus een lage voorkeur voor het vermijden van onzekerheid. In deze samenlevingen vinden mensen het
belangrijk dat er niet meer regels zijn dan er werkelijk nodig zijn en wanneer
de regels niet werken deze moeten worden afgeschaft of gewijzigd. In beide
landen word er dus geëxperimenteerd en komen er iniatieven tot stand (Hofstede, 2014).Lange termijn oriëntatie tegenover korte termijn oriëntatie (LTO)
Helaas is er over de lange- en korte termijn oriëntatie van Zuid-Afrika niks bekend, omdat hier nog geen onderzoek naar is gedaan. Als het gaat over Nederland kan dit wel beoordeeld worden. Lange termijn oriëntatie staat voor spaarzaamheid en doorzettingsvermogen, korte termijn oriëntatie daarentegen staat voor respect voor traditie en het vervullen van sociale verplichten. Ook is bekend dat landen met een lange termijn oriëntatie Nederland heeft een lange termijn orïentatie zich vooral richten op de toekomst terwijl landen met de korte termijn oriëntatie juist meer met de dag leven en zich minder druk maken over de toekomst (Hofstede, 2014).
Bronnen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten